Binnen de VSRP heeft men de zorg dat er "later" niemand meer om zal kijken naar onze ronde en platbodem jachten. Dat zou zonde zijn, dus moet iedereen weten dat deze schepen bijzonder leuk zijn! Hoe doe je dat? Door te laten zien dat je bestaat. Tijdens een vlootschouw bijvoorbeeld. Al snel hadden we 3 schepen die mee wilden varen: Vollenhovense bol "Die Groene Haeringh, Lemsteraak "t Swarte Schaep DD18" en wij natuurlijk. Helaas bleef het bij 3 schepen en nog meer helaas... de bol was niet op tijd klaar van het grote onderhoud en stond tijdens de vlootschouw nog op de wal.
Met onze bemanning spraken we rond 18:00 af bij de haven om in te schepen en rustig naar het Mallegat te varen. En onderweg natuurlijk lekker te eten. De VSRP vlag in de kraanlijn, de pavoiseerlijn langs de verstaging, Dordt in Stoom vlag in het want... Lijnen los en gaan!
We spraken met de bemanning van de DD18 af dat we elkaar wel zouden treffen in het Mallegat, de verzamelplaats voor deelnemende schepen die WEL onder de brug door passen. Er was daar al een hoop volk verzameld die allemaal mee zouden varen in de vlootschouw. De meesten probeerden aan te melden op marifoonkanaal 8, waar de P1 (politieboot) de vlootschouw coördineerde. Daar ontstond een soort radio chaos. Leuk om te horen. Toen wij er tussendoor kwamen stelden de heren voor dat wij ons eskader (de pleziervaart) zouden leiden. Ons eskader bestond uit motorschepen van de zeilvereniging Dordrecht en omstreken, (de ZDO), schepen van de Koninklijke Dordtse roei- en zeilvereniging (KDR&ZV), Oude glorie, Klassieke scherpe jachten, skiffs en de Wherry's. Aangezien wij totaal geen contact hadden gehad met deze schepen, spraken we af om achter het eerste eskader (de historische visserij met onder andere de zalmschouwen) aan te varen.
Daar ontstond de eerste verwarring: Voorop zou de Luxe Motor "Reinwater" varen, met daarachter de zalmschouwen. Echter dacht iemand (wie precies is niet duidelijk) dat de zalmschouwen voorop zouden varen. Gelukkig hadden wij ook een draaiboek en sloten aan achter de zalmschouwen. Om 20:00 begon het "blazen". Alles wat door stoom of lucht lawaai kon maken deed dat ook. Dus ook onze ietswat overbemeten scheepstoeter.
Vervolgens... Weer verwarring. Op de marifoon: "Reinwater, hier de P1..." "P1, de Reinwater luistert..." P1: "U kunt opstomen richting Groothoofd." Reinwater: "Ik zie niemand voor mij varen." P1: "Dat klopt... U bent het voorste schip". De Reinwater voer voorop, daar achteraan de zalmschouwen en vervolgens wij en vlak achter ons de DD18. Om ons heen voer van alles wat in ons eskader hoorde, maar niet in het draaiboek gelezen had "Van oud naar nieuw en van hout en staal naar kunststof graag." Bij het Groothoofd stond een hoogwerker, met daar in de "speaker" die over alle schepen (of groepen schepen) wat vertelde. Wat een menigte stond er op de kade! Allemaal toekomstig lid van de VSRP en eigenaar van een ronde- of platbodem. Toch?
Toen we het Groothoofd voorbij waren, staken we door richting de Papendrechtse brug om niet midden op de kruising met de Noord te gaan keren. Aan de Zwijndrechtse wal konden we mooi de rest van de vlootschouw bekijken vanaf het water. Wel spannend, want het beroepsmatig druk bevaren water lag nu vol met allemaal bootjes vol toeschouwers. En de beroepsvaart... Die ging natuurlijk gewoon door. Dan zie je maar mooi weer hoe groot en klein prima samen kan, maar ook wat voor een idioten er rondvaren die geen idee hebben hoe dat allemaal zit (tip: Zorg dat je de schipper ziet, dan is de kans groter dat de schipper jou ook ziet).
Hoewel de naam van het evenement anders doet vermoeden, was er een grote variatie in schepen wat deelnam aan de vlootschouw. Uiteraard voldoende stoomschepen, stoombaggermolen, stoom sleepboten, ex marine stoomvaartuigen en veel meer. Dat werd aangevuld met historische visserij door de Vereniging tot Behoud van de Zalmschouw, historische zeilvrachtvaart zoals een tjalk en een klipperaak. Ook was de historische rivier- en motorvrachtvaart vertegenwoordigd met een luxe motor, een beurtmotor, een steilsteven, een spits, een kempenaar en een Rijnaak. Het lichtschip de Noordhinder was ook van de partij, evenals de stadsgraan elevator uit Rotterdam. Uiteraard kan de hedendaagse vrachtvaart niet ontbreken en waren ook een duwstel, een bilgeboot, een veegboot, Rijkswaterstaat, Havendienst Rotterdam en vele anderen aanwezig in de vlootschouw. Kortom: Er is voor meer dan 100 jaar aan vaartuigen voorbij de toeschouwers gevaren.
De brandweer, de havendienst, de KNRM en het Loodswezen verzorgden nog een demonstratie. Hard varen en veel water uit de spuiten is ongeveer de samenvatting van wat wij vanaf het water (tussen de rondvaartboten door) konden zien.
Het was weer een mooi feestje! Er was voldoende lekkers aan boord, het weer zat mee en de aansluitende aanleg borrel was ook erg gezellig.
Jawel, na een half jaar klussen, en nog een half jaar klussen met voldoende vaaruren tussendoor was het dan zo ver: Vakanie met de boot! Vlak voor de vakantie hebben we de zeilen in orde gekregen en in de week ervoor nog even het lummelbeslag (waarmee de giek aan de nagelbank vast zit) verlast omdat we toch een ander grootzeil hadden geregeld. Op 27 juli was het dan zo ver: Trossen los en op naar.... Waar de wind ons brengt.
Korte samenvatting: 27 Juli vertrokken uit Dordt. Via Rotterdam naar de Kaag, Amsterdam, Enkhuizen, Stavoren, Sneek, Akkrum, Broek (Rufus), Joure, Heeg, Lemmer, Harderwijk, Utrecht en via de Lek terug naar Dordt op 14 augustus.
Voor de liefhebbers dan het complete verhaal:
Zaterdag 27 juli: Dordt - Kaag (Zeeverkenners eiland).
Een tochtje wat de boot ondertussen wel kent. Er was een weerwaarschuwing (code oranje) afgegeven, dus gingen we lekker gewoon varen. Toen we in de buurt van de Briennenoord brug kwamen, zag het er wel erg dreigend uit, en de wind viel weg. Dan weet je genoeg.... Dus even schuilen bij de jachthaven in IJsselmonde. Vervolgens via de Parksluis, Delft, etc. door gevaren naar de kaag.
Zondag 28 juli: Door naar Amsterdam.
Bert van scouting wilde nog iets doen met zijn verjaardag, en had besloten op de Kaag te gaan zeilen. De boten van scouting lagen daar toch. De leiding van de zeeverkenners en de Wilde vaart gingen nog even een paar dagen kamp vieren zonder kinderen. Uiteraard kwamen ook zijn vrienden van buiten scouting. Na de koffie en het overhandigen van de nodige kado's gingen we dan zeilen. Zij met de vletten, en wij met de Ostara. Voor het eerst zeilen met het "nieuwe" grootzeil en een beetje fatsoenlijke wind, dus nu gingen we echt ontdekken hoe alles ging. De 1e overstag was wat onhandig. De fok en de zwaarden zijn vrij zwaar, dus als je met z'n 2en zeilt, moet je dat slim aan pakken (we zijn er nog steeds niet helemaal uit). Bij de 2e overstag kregen we het door, en bij de 3e was het onder controle. Ondertussen werden vanuit de vletten de nodige foto's gemaakt (bedankt Bert!) zodat we ook goed kunnen zien hoe alles er op staat.
We besloten om na een paar slagen op het Joppe via de Leede naar de Ringvaart te varen, en zo veel mogelijk richting Amsterdam te zeilen. De wind stond er redelijk voor. Helaas ging die draaien, en was het te druk om op de ringvaart efficient in windvlagen te loeven. Dus verder op de brommer. Uiteraard gingen we overnachten bij "WV Amsterdam" waar we de boot gekocht hebben en opgeknapt. Daar spraken we de havenmeester die het kennelijk leuk vond dat wij daar nu als passant langs kwamen.
Maandag 29 juli: Het grote water: Markermeer, naar Enkhuizen.
Mast plat, Nieuwe Meersluis door, varend ontbijten (of ontbijtend varen?) en snel de Kostverlorenvaart uitvaren om via het IJ, naar de Oranjesluizen te varen. Aan het einde van de Kostverlorenvaart de mast weer omhoog. Na de Oranjesluizen even alles stormvast maken, en... weer zeilen!
Wederom een mooie dag. Wind uit Z-ZW dus lappen omhoog, klein beetje zwaard en zeilen maar! Het begon met 2bft, maar die ging langzaam en geniepig richting 3. en 4... okee, 1 rifje dan, al varend. Naarmate we dichter bij Enkhuizen kwamen, leek het alleen maar harder te gaan waaien. Het bleek ook dat de mast te ver voorover stond, waardoor de zijstagen de krachten niet mooi konden opvangen. En ondertussen zag het er uit als 5bft, wat een kwartiertje later bevestigd werd door centrale meldpost IJsselmeer. Varend een 2e rif steken was niet een slimme keuze met de golven, dus motor aan, lappen omlaag en het laatste half uurtje op de motor gedaan. Mede omdat via het "schroef inspectiedeksel" wat er binnen kwam, wat via het luik ook in het motorruim terecht kwam.
We besloten (omdat het al wat later was) naar de Companieshaven te gaan omdat die groot is en daar dan vast wel plek is. Zeer grote haven met lange steigers... Niet echt gezellig en wij hadden ongeveer het laatste plekje.
In Enkhuizen gingen we de eerste keer tijdens de vakantie uit eten: bij het Ankertje. Leuke tent, goede keuken.
Dinsdag 30 juli: Zuiderzee museum.
We besloten de volgende ochtend naar de Buyshaven te varen. Een kleinere, gezelligere en tevens meer beschutte haven. Enige nadeel: Wat verder lopen naar het centrum en dat soort dingen. Toen we daar vast geknoopt hadden, vertrokken wij te voet naar het Zuiderzee museum. (ligt naast de Companieshaven...) Leuk om eens te zien hoe het leven was rond de Zuiderzee. Ook het buiten museum is een aanrader. Oude vissershuisjes, boten, ambachten... Als het maar met de zuiderzee te maken heeft. Helaas werd het weer wat slechter aan het einde van de dag, en liepen we in de stromende regen terug naar de haven.
Woensdag 31 juli: Via Stavoren, Heeg, IJlst naar Sneek.
We vertrokken mooi op tijd, om al ontbijtend richting Friesland te varen. We moesten ook nog even wat bilgewater kwijt, wat we hebben opgelopen op het Markermeer. Dus even naar de bilgepomp, die hebben ze daar toevallig. Ellen liep een beetje te stunten met de lijnen en keek niet heel vrolijk, ik snapte niet waarom. Toen we eenmaal lagen vertelde ze dat ze met wegvaren was uitgegleden en zich nog net aan boord kon trekken. Had ik niet gezien...
Maargoed, varend ontbijten dus. Haven uit, en botterfok omhoog, lekker rustig een bakje koffie en een boterham. Vervolgens het grootzeil er bij, met nog 1 rifje, omdat het weer 4bft zou waaien. Stavoren was al snel in zicht, sterker nog, we waren er bijna voorbij gevaren. Zeilen omlaag en de sluis door. Zeilen weer omhoog en door naar Gallamadammen voor de lunch op het terras. Daarna door richting Heeg, wederom onder zeil. En omdat het zo hard ging, gelijk maar door, via Ijlst naar Sneek. Alles mooi onder zeil.
In het altijd gezellige Sneek waren nog enkele aanlegplaatsen vrij, waar het bord "verboden voor zeilschepen" hing. Een zeilschip is "een schip dat zich uitsluitend en alleen voortbeweegt door middel van zeilen". Dus waarom wij daar niet mochten liggen? Geen idee. Wij waren in ieder geval niet van plan om de zeilen te hijssen en ons uitsluitend en alleen daarmee in de ligplaats voort te bewegen. Wellicht dat ze open zeilboten bedoelen, want je ligt daar onder de balkons van het aangrenzend appartementen complex (met mooi uitzicht over de haven). Wellicht dat ze niet willen dat daar valkjes met opgeschoten jeugd gaan liggen. De havenmeester kwam langs, en verzocht ons op zeer autoritaire en onvriendelijke manier om te vertrekken. Ik vertelde hem dat ik de definitie van een zeilschip en de betekenis van bord A15 ken, en dat het voor mij niet duidelijk is dat ik daar niet mag aanleggen. Tevens dat er op de plaatsen waar ik wel zou mogen liggen allemaal motorboten liggen. Had hij niets mee te maken, we moesten gewoon weg, want anders..... Hij wilde ook niet mee werken aan een oplossing met een motorboot, moesten we zelf maar regelen.
Zo gezegd, zo gedaan. De 1e de beste was een motorboot vol met echte Friezen. Aan een van de heren heb ik het "probleem" uitgelegd, die dat natuurlijk maar onzin vond, dus hij zou wel even met de havenmeester praten. Wij terug naar deze weinig flexiebele figuur, die zich wederom autoritair opstelde. De motorboot schipper had niet zo'n interesse om te gaan verhalen maar had wel zin om ons even te helpen. Hij ging de discussie aan (op z'n Fries), won deze natuurlijk niet, dus besloot hij toch om te gaan verhalen. Ik wilde wel heeeeel graag weten waar deze belachelijke regel vandaan kwam, en vroeg om toelichting, zodat ik het in ieder geval kon begrijpen. Het schijnt zo te zijn, dat er daar 1 bewoner in die appartementen (met uitzicht op de haven) problemen heeft met zeilboten. De lijnen langs de masten kunnen geluid maken, en tevens suist het door de wind. Deze man heeft zelfs passanten bedreigd. We hebben de havenmeester de hand geschud, korting gekregen op het liggeld en hem geadviseerd toch een duidelijker bord op te hangen. Hij vertelde dat iedereen die hij daar weg stuurt daar over "zeurt". Na het eten kwam Ruben (zeilt ook bij de Prego) nog even langs. Voor we het wisten was het donker en stil in de haven...
Donderdag 1 augustus: Naar Akkrum.
Maar niet voordat we de zandsculpturen bekeken hadden, boodschappen hadden gedaan en nog een rondje door het bruisende centrum van Sneek hebben gelopen. Het was veel te warm, dus dat hebben we niet te lang gedaan. We besloten dat we nog wat diesel moesten tanken, dat kan mooi langs de Houkesloot. Jammer.... pin-automaat defect, dus door naar de volgende. Uniek in Nederland: Self service langs het water! Je weet wel, net als bij een onbemand pompstation langs de weg. Alleen jammer dat de ING-pas niet geaccepteerd werd. Ook uniek in Nederland, dat vind je nergens anders!
Toen dat eenmaal gelukt was (via een of andere andere pas, en dan met het bonnetje naar de winkel en dan daar weer pinnen) gingen we door naaar het Sneekermeer. Lekker op de brommer, er was te weinig wind. Na dat we het PM (Prinsses Margiet kanaal) waren overgestoken, trokken we de zeilen omhoog en zeilden door het Jouster vaartje richting de Goingarijpster poelen. Voor zover als je van zeilen kon spreken, de wind was op. Dus in 1 streep door naar Akkrum, want we hadden een soort date met Richard en Anne-Fleur van de Noorderslag.
Het bleek dat we ook een date hadden met Odet en Maarten P, en later ook met Marco, Frank en Judith (met visserman zeeschouw Zilt) (ook allemaal van de Prego). Onderweg daar naartoe kwamen we een leuke schouw tegen die driftig fotos van ons begon te maken. Later bleek dat het de "Jedyssa" was, van het platbodem forum. Toen we aan kwamen, vertrokken net de Verandering en de Avontuur, deze waren als volgschepen verhuurd bij de IFKS (Skûtsje silen). We besloten de zeilen te strijken, en vervolgens op de motor langszij bij de Halve Maan te parkeren. Omdat het te heet was om normaal te kunnen functioneren hebben we met zn allen gezwommen, en natuurlijk vanuit het water foto's gemaakt van onze boot. Na het opdrogen verhaalden wij de boot en gingen langszij liggen bij de Noorderslag, het "huis" van Richard en Anne-Fleur, het plan was om met zn allen te eten. Kortom: Wij maakten de geplande rijst met komkommer en dille (uit de "kulliebullie", het bekende Prego receptenboek), er werd salade gemaakt, overal kwam eten vandaan en werd uitgestald in het gras. Het ultieme vakantiegevoel. Met leuke mensen op je blote voeten in het gras lekker eten en stomme grappen maken.
Toen de afwas gedaan moest worden, had Frank een oplossing: Met een grote stapel borden uitglijden op de loopplank. Dat leverde wel wat scherven (en geen verwondingen!) op, maar scheelde weer in de afwas. Ook in Akkrum was het al vlot erg donker en erg stil. Of was het zo gezellig dat we allemaal de tijd vergaten?
Vrijdag 2 augustus: SKS, Hereditas, Rufus.
Na het ontbijt moesten er nog wat blokjes bovenin de mast vervangen worden. Omdat we langzij lagen bij een grote boot, konden we de mast een stukje strijken en uit het gangboord van de Noorderslag de boel wisselen. Wederom was het veel te warm dus deden we vooral rustig aan. Er was weinig wind, dus we gingen op de motor via de Zandsloot en het PM naar het Sneekermeer, dat er ook erg glad bij lag. We besloten om een anker te laten vallen en te kijken hoe de schepen van het SKS (Skûtsje silen) dat oplosten. Onderweg naar een leuk plekje kwamen we de Hereditas tegen, ook van het platbodem forum. Zij kwamen bij ons langszij, gezellig mee kijken.
We hadden elkaars schepen nog nooit in het echt gezien dus dat was extra leuk. Wat ook grappig was, was een man met een dikke lemsteraak, die vond dat wij in de weg lagen, en dat ons anker niet goed lag. Het bleek dat zijn anker niet vast lag in de grond en dat hij daardoor steeds dichter bij ons kwam. Wij zagen het, hij geloofde het niet. Hij riep nog iets over onze ankerlijn door snijden. Hij zal het schip wel gehuurd hebben. Proost!
We besloten op een zeker moment het anker te lichten en samen richting de Noorder oudeweg te varen. Het was immers gezellig (uiteraard zonder lemsteraak). Bij Rufus gooiden wij los van de Hereditas, wij wilden daar overnachten en lekker eten. Ellen pasta met zalm, ik een Friesse burger. Met een lekker glas gerstenat.
Zaterdag 3 augustus: Rustig aan...
Ellen voelde zich niet lekker, buikgriep? Vandaag dus rustig aan, we besloten naar Langweer te gaan. Voor het eerst afvaren en aanleggen zonder "maat" op het voordek. Bij Rufus was daar de ruimte voor en bij de brug in de Noorderoudeweg ook. Na de brug kwam Ellen weer een beetje tot leven en hielp in het drukke Langweer met aanleggen. Langszij bij de Hereditas, die we op de Langweerder wielen tegen kwamen. Dus in Langweer koffie bij elkaar drinken en elkaars boten bekijken. Dat hadden we op het Sneekermeer nog niet gedaan. We hebben daar nog even boodschappen gedaan en zijn vervolgens samen met de Hereditas naar de Marekrite plaats bij het oude sluisje naar Joure gevaren. Daar was het wederom gezellig op en rond de 2 schouwen. We hadden buren waarvan 1 aan de lopende band liep te roken. Wij maakten ons ernstig zorgen of hij de ochtend zou halen.
Zondag 4 augustus: Schoonmaken, zwemmen, Konijneneiland.
Toen we langzaam wakker werden hoorden we een het geluid van een oude dieselmotor die na de winter gestart werd. Het bleek de buurman te zijn. Gelukkig, hij had de nacht overleefd. Ellen was nog niet helemaal fit, we besloten dus niet te ambitieus te doen. We voeren naar het Koevoordermeer waar we de boot aan de buitenkant eens grondig gereinigd hebben. Daarna door naar het Heegermeer, waar we lekker gezwommen hebben en bijna vergeten waren de zwemtrap uit te hangen wat dan vervolgens weer niet handig zou zijn aangezien de boot een beetje hoog is om zo op te klimmen.
Ellen fleurde op, dus gingen we toch nog een stukje zeilen, naar het Konijneneiland (Langehoeks pôle) bij Gaastmeer. Daar was oom agent bezig om kampvuurtjes uit te trappen en te dreigen met bekeuringen. Er was nog 1 plekje, waar het voor veel boten te ondiep bleek te zijn. Behalve voor ons, want wij hebben een platbodem! Na het eten hebben we nog een paar uur met de mast gerommeld, deze moest nog een stukje achterover getrimd worden, waardoor de zijstagen beter de boel overeind zouden houden en de fok ook beter zou passen. Later bleek dat dit gelukt was.
Maandag 5 augustus: Heeg.
We moesten nodig boodschappen doen, dus we besloten naar Heeg te zeilen. We kruisten de "vaargeul" uit het haventje van het eiland, waar een man met een valkvlet het nodig vond om extra gas te geven om voorang af te dwingen. Even waande ik mij met de auto in de binnenstad van Amsterdam. Vervolgens gingen de zeilen omhoog en zeilden we rustig naar Heeg. Daar bleek de "Houten reunie" van de SSRP te liggen. Wij pasten daar mooi tussen met onze stalen schouw. Ze waren immers aan het vertrekken. We raakten aan de praat met Maarten en Ceciel, (schrijf je dat zo??) die jaren actief zijn geweest bij de SSRP. Zij waren daar met een Blok schouw. Geschikte buren.
Toen we besloten de boot te draaien en dit deden met een vaarboom, waren we natuurlijk een mooie attractie. De meeste mensen gooien los, varen op de motor weg, keren ergens en leggen weer aan. Het voordeel van een platbodem is, dat je hem gewoon om de as kunt draaien zonder veel moeite. Gewoon slim met lijnen en een vaarboom.
Vandaag zou Marc komen (schipper van Bol "Die Groene Haeringh" en iets met Scouting). De volgende dag zou hij een dagje mee zeilen.
Dinsdag 6 augustus: Zeilen op Heegermeer met Marc, IFKS kijken (speciale aandacht voor de Doeke van Martena en Oant Moarn en de Yde).
Bij het wegvaren uit Heeg stonden Mic (Prego) en nog een aantal mensen uit het IFKS team van de "Doeke van Martena" op de wal, die op de Halve Maan (hun volgschip) afgezet moesten worden. Daar was er tijd voor koffie.
De Doeke vertrok, zij gingen zeilen. Wij bleven langzij bij de Halve Maan en gingen samen met Odet en Marco de wedstrijd kijken. Toen de kleine A klaar was, vertrokken Marco en Odet met de Halve Maan. Daar kwam later de Hereditas voor in de plaats. Koffie! Johan (schipper van de Hereditas) vertelde dat het nogal noodweer was geweest op het Konijneneiland. Schepen die lossloegen, en zelfs een polyester bootje dat lek geslagen was. Wij hebben wel gemerkt dat het heftig regende met onweer, maar harde wind hebben we niets van meegekregen. We lagen ook beschut in de haven van Heeg.
Toen we van hen afscheid namen, hebben we nog even vast geknoopt bij de "Oant Moarn". Daarna moest er gezeild worden! Marc was immers niet gekomen om alleen naar zeilen te kijken. We hebben een leuk rondje gevaren op het Heegermeer, waarna we besloten terug te gaan naar Heeg, waar Marc zijn auto stond en het goed eten is bij "de Boeier".
Woensdag 7 augustus: Lemmer.
Het weer was niet echt super lekker. Fris en een beetje regenachtig. We voeren op de motor naar Woudsend, waar we boodschappen hebben gedaan. Belachelijk dat de kruitnoten en aanverwante zaken alweer volop in de winkel liggen! Wat nou feest voor de kinderen? De ondernemer lacht het hardst. Maargoed.
Na de boodschappen gingen we door richting het Slotermeer, waar we eens rustig overheen gevaren zijn, om daar weer wat te zien van de IFKS. De Doeke in actie, de Oant Moarn na de actie, die blijkbaar best aardig gezeild hadden. Wij gingen rustig door Sloten, om zo naar Lemmer te varen.
Donderdag 8 augustus: IR Woudagemaal en toerist uithangen.
Als je in Lemmer bent, moet je een kijkje nemen bij het Woudagemaal. Het grootste nog werkende stoomgemaal ter wereld. Wij gingen dus daarheen, te voet. Ellen dacht dat langs het water de kortste weg was en ik was zo stom om daar niet tegen in te gaan. Dat werd dus een enorm eind omlopen. Tijdens de rondleiding hebben we alle hoekjes van het gemaal gezien. Goede uitleg van de werking en hoe het orgel wordt opgestart.
Daarna zijn we naar het centrum van Lemmer gelopen. Nu via de kortste route. Daar was het vrij druk met boten die allemaal tegelijk door de bruggen wilden. De betekenis van lampen bij de brug wordt voor het gemak vergeten, wat voor de nodige commotie op het water en vermaak op de wal zorgt. Als klap op de vuurpijl kwamen ook alle wedstrijd skûtsjes van de IFKS door Lemmer. Zo ook onze vrienden van de Doeke. Die hebben we nog even geholpen met lijntjes.
Terug bij de haven bleek dat ons mogelijke zusterschip, de VN60, achter ons lag. Voor wij de Ostara kochten hebben wij de VN60 ook op het oog gehad, maar het viel buiten ons budget. Toen we de Ostara kochten, zagen we op de foto's van de VN60 bepaalde gelijkenissen. Mooie reden om een praatje aan te knopen met de schipper van de VN60. Hij vertelde dat het schip hem verkocht is als een Huitema.
Vrijdag 9 augustus: Richting Randmeren (Roggebotsluis, Kampen)
Vandaag stond een lange rit op het programma: We moesten maar weer een stukje richting huis gaan varen. Bij Lemmer naar buiten, waar de IFKS C klasse ondertussen hun wedstrijd aan het zeilen waren. In de baai voor Lemmer leek het qua wind wat lafjes, tevens uit de verkeerde hoek. Voor ons dan. Dat werd opkruissen richting Urk. De wind varieerde een beetje tussen Z en ZW, de richting die wij ongeveer op moesten. We kozen er voor om 1 rif in het zeil te hebben, wat de zeileigenschappen niet echt ten goede komt. Omdat we toch van het IJsselmeer af wilden, kozen we om een stuk op de motor te doen en het Ketelmeer weer te zeilen. Echter ging de wind ineens uit...
Het lijkt alsof we weer een lekkend olie kanaal hebben, aangezien er een klein beetje olie onder de motor ligt. Rond 19:00 kwamen we aan bij de Roggebot sluis, die natuurlijk vanaf 19:00 niet meer draaide. Gelukkig is er een passantenhaven om de hoek.
Zaterdag 10 augustus: Harderhaven, Vrouwe Seyke Maria.
De wind stond precies zo, dat alles ongeveer niet bezeild was. Helaas is het noordelijke stukje van de randmeren te klein om op te kruisen en wilden we voor het donker bij Harderhaven zijn en een tussenstop doen in Elburg. De motor aan dus.
De eerste stop was al vrij vlot: Elburg. Daar vonden wij een mooi plekje, achter een hoogaars. De nodige boodschappen werden gedaan en de kibbelingtest bij de plaatselijke visboer was geslaagd. Toen we wilden vertrekken, bleek dat de hoogaars was uitgevaren en dat er een gehuurd motorjact voor ons was komen te liggen. Strak ingeparkeerd, zodat er voor bijna geen ruimte meer was. Aan de achterkant waren ook wat mensen aan het proberen zo min mogelijk ruimte over te houden. Of wij onze vlaggenstok er af konden halen, dan konden zij dichterbij. De binnenstad van Amsterdam bleek weer dichterbij dan we dachten.
Ik vertelde dat ik dat niet ging doen, maar dat ik toch ging vertrekken, dus of ze even 5 minuten geduld hadden. De vraag was of we toch de vlaggenstok er af konden halen zodat zij alvast vast konden knopen. Het antwoord "Nee" en "ik heb wat ruimte nodig om af te varen" werd vol ongeloof ontvangen. Ondertussen hadden ze al wel gezien dat voor wat krap was, dus de achter grapte: Ik hoop dat je een boegschroef hebt! Het antwoord was al klaar: "Heb ik niet nodig, ik heb een roer aan de achterkant". Snapten ze niet, maar werd duidelijk bij het afvaren. Iets slims met een spring achter en een klapje achteruit deed onze kop draaien alsof we wel een boegschroef hadden. De enige angst van de achterburen was nog steeds de vlaggenstok, die zou wel eens een kras kunnen maken in het strakke wit van hun strijkijzer.
We zetten koers naar Harderhaven, waar we afgesproken hadden met Koos (Scouting...) en Esther, aan boord / langszij van hun schip de Vrouwe Seyke Maria. Ellen wilde wat vuile was schoon maken, dus begon met de hand. Toen Koos en Esther thuis kwamen, stelden zij voor om het bij hen in de wasmachine te doen, kon een deel daarna gelijk in de droger. Prima plan! (waarvoor dank!)
Zondag 11 augustus: Almere haven.
Vandaag stond Almere (of ergens in die omgeving) op het programma. De wind was nog steeds Z-ZW. Er kon wat gezeild worden vooral vanaf Nijkerk, strak aan de wind onder de Hollandsebrug door. Met een noodgang. Vol tuig, dikke vaart en water in de gangboorden. Heerlijk, hard vooruitgaan en geen brandstofkosten!
Bij Almere-Haven besloten we dat we daar zouden ovenachten. In de haven ligt een pannenkoekenboot. Aangezien Ellen iets heeft met pannekoeken, moest daar gegeten worden. Ze hebben daar een zeer ruime keuze! Sommige pannenkoeken lijken wel pizza's.
De havenmeester verelde dat hij ook een platbodem heeft. Van polyester. Ja, echt waar, we hebben hem gezien. Een Gildetjalk, die schijnen allemaal van polyester te zijn...
Maandag 12/ disndag 13 augustus: Over de Vecht naar Utrecht.
We vertrokken richting Muiden. Bij vertrek bleek dat er een hommel zich thuis voelde op het voordek. Vanwege gebrek aan wind gingen we per motor naar Muiden. Het schutten in de "zeesluis" ging vrij vlot. Na de sluis zochten we een plekje om aan te leggen, want de mast moest naar beneden. Tot onze grote verbazing was de hommel nog steeds bij ons. Omdat we hem niet te ver van huis wilden meevoeren, hebben we hem een plekje op de wal in Muiden gegeven.
Daarna zijn we met gestreken mast de Vecht afgezakt. De brugbediening gebeurt daar deels door een brugwachter en deels vanuit een bedieningscentrale. Het is niet altijd even duidelijk hoe het zit. Op een zeker moment dacht ik dat er een brugwachter zou zijn. Na even wachten gebeurde er niets, dus lieten wij ons even horen via de toeter, omdat er nergens een marifoon kanaal te vinden was voor deze brug. Toen we ongeveer tegen de brug aan lagen, bleek dat je een nummer moest bellen voor bediening...
Omdat we net te laat in Utrecht waren, draaiden de bruggen niet ivm spertijd voor de spits. We wilden toch door. Nieuw experiment: De schaar wat lager neerzetten in de boot, waardoor de mast nog ietsje lager komt te liggen. Zo konden we toch onder bruggen door van rond de 1,90 meter, waar we normaal 2,10 als laagste brug kunnen hebben. Niet ideaal voor lange stukken, maar voor een brugpassage prima te doen. We vonden een mooi plekje bij de Weerdsluis waar we 2 nachten gelegen hebben, omdat we ook nog een dagje de toerist uit moesten hangen.
Woensdag 14 augustus: Naar huis!
Vandaag ging het dan gebeuren: Terug naar huis. We hadden nog wel een paar kilometer te gaan. Via de grachten van Utrecht gingen we richting Nieuwegein, om daar de Lek op te draaien richting Rotterdam en zo via de Noord weer terug naar Dordrecht. Het was een mooie dag, met weinig wind. Het laatste stukje over de Noord hadden we een stevige tijstroom in ons nadeel.
We kunnen terug kijken op 19 zeer mooie dagen vakantie met vooral heel mooi weer!
Genoeg geklust.
De zwaarden hangen er aan, de huiken zijn klaar en de zeilen zitten er aan. Vanaf nu gaan we eerst eens een poosje lekker varen!
De afgelopen 3 maanden hebben we natuurlijk ook wel gevaren, maar zonder zeilen en zwaarden vaar je toch een beetje met een halve boot.
Gelukkig is alles nu ongeveer compleet en goed bruikbaar dus: Gereedschap in het vet en varen maar!